“Wat loopt daar nou in de wei?!” Ik hoorde het de twee koeien denken die mij meewarig aanstaarden. Ze hadden duidelijk met me te doen. Het regende namelijk pijpenstelen en er stond een stevige wind.
Kortom weer waarbij de verstandige mens zich normaliter niet zo snel naar buiten zal begeven.
Maar ja, verstand is mij niet in die ruime mate gegeven, dat ik dat dus ook dacht. Nee hoor, deze sufferd dacht juist het omgekeerde. En daar liep ik dus door de polder, de weerselementen trotserend.