Ga naar de inhoud
Ik zou je willen ‘vangen’….
Soms zou je iets willen vangen, zonder het pijn te doen. Zonder het te willen bezitten, maar gewoon voor de zekerheid.
Het niet kunnen missen, het bij je willen dragen. Om tevoorschijn te halen, wanneer je het nodig hebt.
Zoals de geur van bladeren op een natte grond. Als de herfst is aangebroken. Het licht voor het donker wordt verruild.
Een geur van weemoed en verlangen, gedachten aan vroeger tijd. Door de jaren heen onveranderd, een aroma zo uniek voor dit jaargetij.
Ik zie je lopen, moeizaam maar vooruit. Ondanks het verlies van haren, onmiskenbaar jij.
Ik wou dat ik je had kunnen ‘vangen’, zoals je was toen die tijd. Dan had ik je nu kunnen loslaten, raakte ik je nooit kwijt.
Maar één ding weet ik zeker, in mijn herinneringen blijf je voor altijd dezelfde. Daar zullen deze momenten nooit afbreuk aan doen.
Voor altijd zul je mijn kanjer blijven, mijn rots in de branding. Voor altijd zul je bij me zijn.