Waar ben je?
Ik zag een kudde wilde paarden, zo mooi.
Eén van hen keek nadrukkelijk naar mij, was jij dat?
Zittend tussen de bomen, schuchter pronkend met het nieuwe blad,
vroeg ik mij af of jij misschien één van hen was.
Waar ben je? Ik mis je, wat een gat.
Ooit zal dat weer bedekt moeten worden met een laagje hoop, een laagje vertrouwen, maar hoe?
Je zit in mijn gedachten, je zit in iedere stap die ik maak.
Je zit in mijn ziel, je zit in ieder moment van mijn dag.
Ik huil zonder tranen, rivieren zijn inmiddels gevuld.